Het meest gehoorde narratief op dit moment over het Nederlands-Nieuw-Guinea-conflict is dat Nederland onder het mom van zelfbeschikkingsrecht en de wens om voor de Papoea’s te zorgen, nog steeds halsstarrig probeerde gedurende 1950-1962 een rol van betekenis te spelen op het postkoloniale wereldtoneel. De Nederlandse onderschatting van het belang van de Koude Oorlog zorgde ervoor dat ze er uiteindelijk van weggeblazen werden. Op een slimme manier buitenspel gezet door ‘meesterschaker’ Soekarno, de toenmalige president van Indonesië. Waardoor iedereen in de wereld de Papoea’s verraden heeft, met name Nederland in de persoon van minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns (1911-2002), die volgens velen de rol van Judas heeft gespeeld in dit conflict. Luns werd hiervoor meteen ‘beloond’ door secretaris-generaal van de NAVO te mogen worden...
De Australische historicus Greg Poulgrain stelt echter in zijn boek The Incubus of Intervention (2016) dat de hoofdrolspelers in dit conflict - John F. Kennedy en Soekarno - geen van beiden op de hoogte waren van de enorme koper- en goudvoorraden in de Grasberg en Ertsberg op Nederlands-Nieuw-Guinea. Allen Dulles, het hoofd van de CIA (1953-1963) was dat wel. Hij was als moderne kolonisator een groot voorstander van een overdracht van de kolonie aan Indonesië, maar dan wel met een andere, betrouwbaardere en pro-Amerikaanse president (‘regime-change’). Alleen zo zouden de Amerikaanse bedrijven toegang kunnen krijgen tot de - in de Nederlandse kolonie - ontdekte koper- en goudvoorraden. Het Amerikaanse concern Freeport dat blijkbaar wel op de hoogte was, had al in 1959 een expeditie laten uitvoeren in de bergen van Djajawidjaja. En in 1960 probeerde het een claim te leggen op de Ertsberg en Grasberg op Nederlands-Nieuw-Guinea. Freeport probeerde de Nederlanders wijs te maken dat er alleen maar koper aanwezig zou zijn. Niet de angst voor het communisme zou volgens Poulgrain de belangrijkste reden zijn voor de Amerikaanse druk op Nederland om zijn kolonie af te staan, maar de aanwezigheid van goud.
Lees het gehele artikel in de nieuwe editie van Bersama Magazine: Van Nederlands-Nieuw-Guinea tot West-Papoea. U kunt een exemplaar aanschaffen of een abonnement afsluiten via bersamamagazine.nl. Het magazine is ook verkrijgbaar bij boekhandels zoals Bruna en Primera, en in de grotere Albert Heijns.
Het meest gehoorde narratief op dit moment over het Nederlands-Nieuw-Guinea-conflict is dat Nederland onder het mom van zelfbeschikkingsrecht en de wens om voor de Papoea’s te zorgen, nog steeds halsstarrig probeerde gedurende 1950-1962 een rol van betekenis te spelen op het postkoloniale wereldtoneel. De Nederlandse onderschatting van het belang van de Koude Oorlog zorgde ervoor dat ze er uiteindelijk van weggeblazen werden. Op een slimme manier buitenspel gezet door ‘meesterschaker’ Soekarno, de toenmalige president van Indonesië. Waardoor iedereen in de wereld de Papoea’s verraden heeft, met name Nederland in de persoon van minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns (1911-2002), die volgens velen de rol van Judas heeft gespeeld in dit conflict. Luns werd hiervoor meteen ‘beloond’ door secretaris-generaal van de NAVO te mogen worden...
De Australische historicus Greg Poulgrain stelt echter in zijn boek The Incubus of Intervention (2016) dat de hoofdrolspelers in dit conflict - John F. Kennedy en Soekarno - geen van beiden op de hoogte waren van de enorme koper- en goudvoorraden in de Grasberg en Ertsberg op Nederlands-Nieuw-Guinea. Allen Dulles, het hoofd van de CIA (1953-1963) was dat wel. Hij was als moderne kolonisator een groot voorstander van een overdracht van de kolonie aan Indonesië, maar dan wel met een andere, betrouwbaardere en pro-Amerikaanse president (‘regime-change’). Alleen zo zouden de Amerikaanse bedrijven toegang kunnen krijgen tot de - in de Nederlandse kolonie - ontdekte koper- en goudvoorraden. Het Amerikaanse concern Freeport dat blijkbaar wel op de hoogte was, had al in 1959 een expeditie laten uitvoeren in de bergen van Djajawidjaja. En in 1960 probeerde het een claim te leggen op de Ertsberg en Grasberg op Nederlands-Nieuw-Guinea. Freeport probeerde de Nederlanders wijs te maken dat er alleen maar koper aanwezig zou zijn. Niet de angst voor het communisme zou volgens Poulgrain de belangrijkste reden zijn voor de Amerikaanse druk op Nederland om zijn kolonie af te staan, maar de aanwezigheid van goud.
Lees het gehele artikel in de nieuwe editie van Bersama Magazine: Van Nederlands-Nieuw-Guinea tot West-Papoea. U kunt een exemplaar aanschaffen of een abonnement afsluiten via bersamamagazine.nl. Het magazine is ook verkrijgbaar bij boekhandels zoals Bruna en Primera, en in de grotere Albert Heijns.